2 juni 2024

Ze zitten in een decor van glasgerinkel en geanimeerde gesprekken van restaurantbezoekers. Het menu ligt opengeslagen voor hen op tafel.
“Welk menu wil jij?” vraagt hij haar.
Glimlachend kijkt ze naar hem op. “Dat wilde ik jou net vragen.” 
“Zullen we dan menu A doen?” stelt hij voor.
“Dat is goed,” zegt ze.

Een vriend van mij vertelde dat zijn vader hem had geleerd: dat is liefde. “Als er in een restaurant gekozen moet worden tussen menu A en B, dan kies je wat je denkt dat zij graag eet.” 
Mijn vriend vertelde het met opgetrokken wenkbrauwen. “Dat is toch niet logisch?” had hij tegen zijn vader gezegd. “Als zij dat ook doet dan eten jullie misschien allebei iets wat je eigenlijk niet wilt eten. Waarom kies je niet gewoon wat je zelf het liefste wilt?” 

Een paar weken geleden belde ik met een trainer met wie ik als trainingsacteur zou gaan samenwerken. De Roos van Leary stond op het programma. Het is een model dat in veel trainingen wordt gebruikt, maar sinds ik met Bert van Dijk hebt gewerkt (onder andere in de door hem en Rob Groen ontwikkelde prikkelende Belbin-Leary workshops) weet ik dat het ook een model is dat vaak wordt misverstaan, of op zijn minst wordt onderbenut.
Net als bij veel anderen bestond bij de collega, met wie ik de training voorbereidde, de indruk dat het uiteindelijke doel was om via de Roos van Leary altijd op een ‘samen’-positie uit te komen.

Voor wie de Roos niet kent: er zijn twee assen. Er is een verticale as boven-onder. Onder roept boven op en boven roept onder op. het is een interactiemodel, dus het gaat nooit over de inhoud van wat je bespreekt, maar over hoe de gespreksdynamiek verloopt. Boven of onder zou geen waardeoordeel in zich moeten dragen. Het gaat om meer of minder ruimte nemen of geven.
De andere as is de as van tegen-samen. Tegen roept tegen op, samen roept samen op. In de nieuwe benaming die Bert van Dijk hanteert, werd dit de as van ik-wij. En dat bevalt me. Want ik is niet altijd tegen en samen is niet altijd wij.

Als je kijkt naar het restaurantvoorbeeld van de ouders van mijn vriend, dan gedragen ze zich met een samen/wij intentie. Ze willen rekening houden met elkaar. er valt geen onvertogen woord. Maar zullen ze straks van het eten genieten als ze allebei iets eten wat ze liever niet eten? 
Hun aanname is dat samen/wij betekent dat je opzijzet wat je zelf wilt en in plaats daarvan datgene doet waarvan je denkt dat je de ander ermee pleziert.
Mijn stelling is: om echt in het samen/wij te kunnen zijn, moet je heel goed weten wat jouw ‘ik’-positie is en wat die van de ander is en daarover communiceren. Je aanpassen is namelijk alleen een echt samen/wij-aanbod als de ander blij is met die aanpassing en het op waarde weet te schatten. Als je je stilzwijgend aanpast, zonder dat de ander weet dat je iets voor hem of haar doet of nalaat, kan het zijn dat die ander het helemaal niet als een wij/samen-aanbod ervaart (“waarom moet ik altijd het initiatief nemen en volgt hij/zij altijd”, “hij/zij pakt weer de leiding, ik laat het maar zo, hij/zij vindt het kennelijk prettig”). En in het slechtste geval kom je door de beide ik-posities niet te bespreken, er niet achter dat je allebei misschien voor niets offers brengt, omdat die ander ook dacht jou een plezier te doen door zich aan te passen.

Ik is dus niet altijd ‘tegen’. Het is kleur bekennen, waardoor een beweging naar samen/wij ook herkenbaar wordt als een aanbod in de interactie, een aanbod in de relatie.

En tot slot, zonder ik-positie waren de Pentagon Papers nooit op tafel gekomen. Zonder ik-positie was er geen Karen Silkwood geweest en was de Kerr-McGee plutoniumfabriek niet onder een vergrootglas gekomen. Er waas geen Knapp Commission geweest die de politiecorruptie onderzocht als Frank Serpico op de samen/wij-positie was gebleven. We zouden geen ‘Deep Throat’ hebben gehad en ook geen Jeffrey Wigand die tegen de tabaksindustrie getuigde. We zouden geen Ad Bos hebben gehad, die de bouwfraude aan het licht bracht en geen Fred Spijkers die bij defensie ondeugdelijke mijnen aan de kaak stelde.

Kortom, we hebben ‘ik’ nodig op goed gekozen momenten. Die momenten kun je alleen kiezen als je het goede gesprek weet te voeren met jezelf en je je interne ‘locus of control’ goed afgestemd houdt op de waarden die de basis vormen voor je handelen.

 

 

#deonlinecoach #kapitaliserenopjeeigenschappen #ontwerpjeleven #internelocusofcontrol #hetgoedegesprekmetjezelf #roosvanleary

Recommended Articles