Voor haarzelf
Als ik haar de eerste keer spreek, weet ik twee dingen.
X werkt in een ondersteunende functie bij een groot bedrijf.
En ze heeft de 16pf vragenlijst ingevuld op mijn verzoek, in de aanloop naar een teamsessie.
In dat eerste gesprek vertel ik haar de uitkomsten van de 16pf vragenlijst en aan de hand daarvan vertelt ze mij wat ze daarin herkent. Ze geeft voorbeelden van keuzes in haar leven en vertelt verhalen over interacties met anderen en over momenten die bepalend waren.
Zo hoor ik dat ze er vaak alleen voor heeft gestaan. Dat haar moeder haar en haar broers en zussen bij familie had achtergelaten tot ze plotseling terugkwam en iedereen zich opnieuw moest aanpassen, onder andere aan een stiefvader.
Dat ze – toen ze zelf moeder werd – bewust andere keuzes heeft gemaakt. De kinderen voorop, de kar alleen trekken toen bleek dat haar partner geen liefde kon geven.
‘Kinderen, kleinkinderen gezond, als zij het maar goed hebben.’
Op het werk gaat ze haar eigen gang. ‘Niemand vraagt wat je wil, iedereen weet het beter.’ Ze werkt door, probeert een dikke huid te hebben en laat zich niet kennen. Aan sommige mensen vertelt ze wel meer over zichzelf, maar ze weet dat een mens uiteindelijk toch voor zichzelf moet zorgen.
Ik luister en vraag, om zoveel mogelijk via haar ogen te kijken en te ervaren hoe ze haar verschillende persoonlijkheidskenmerken beleeft en toelicht.
En ik mis iets.
Iets wat ik wel op papier zie: in het 16pf rapport en niet in haar verhaal terug hoor.
‘Ik zie creativiteit in je profiel, kan dat?’ vraag ik.
Haar gezicht breekt open. Het is of ik haar voor mijn ogen 20 jaar jonger zie worden.
‘Ja dat klopt,’ zegt ze met een lach.
Ze vertelt hoe ze van jongs af aan heeft getekend en geschilderd, hoe ze genoot van handvaardigheidslessen. Hoe ze knutselde met haar kinderen en kleinkinderen.
‘Alleen voor mezelf doe ik dat dan weer niet.’
Ik moedig haar aan ook voor zichzelf de tekenspullen te pakken, de verf uit de kast te halen. En vertel haar dat ik heel nieuwsgierig ben naar de schilderijen die ze lang geleden had gemaakt.
Bij de eerste teamsessie laat ze me een foto zien van een van haar werken.
Of het team na de sessie beter is gaan samenwerken weet ik niet. Er speelde zoveel onder de waterlijn. Maar als X de verf weer uit de kast haalt, haar tekenspullen erbij pakt, voor zichzelf alleen, zonder reden, alleen omdat zij het graag doet – voor haarzelf -, dan ben ik een gelukkig mens.