2015. Een weekend in een parkeergarage. Ik speelde een vrouw die zich vastketende aan een politicus. Haar wens: mogen beschikken over haar eigen leven en ook over haar eigen dood.

Vandaag werkte ik met leidinggevenden van een bank. We werkten aan gesprekken met medewerkers aan wie ze leidinggeven. Het is opvallend hoe vaak in zulke gesprekken de ene mens probeert invloed uit te oefenen op de gevoelens van de ander. ‘Maak je niet zoveel zorgen’. ‘Je hoeft het niet perfect te doen, goed is goed genoeg’. Maar we kunnen elkaar niet geruststellen. Je kunt alleen leren jezelf gerust te stellen. En soms kan een ander daar een rol in spelen. Bijvoorbeeld door te luisteren, zonder iets te willen. Dat niets willen valt niet mee. Daarvoor moet je jezelf ‘leeg’ maken. Beschikbaar maken voor de ander.

Voor mij is spelen de manier om plaats te maken voor een ander. Wat ik vind of wil is even niet van belang. Al mijn vermogen om betekenis te geven en te verbeelden, komt in het teken te staan van het perspectief van de ander. Van projectie (de ander buiten mezelf plaatsen en iets van diegene vinden) naar identificatie. Als ik het speel, kan ik het begrijpen.

Robert Landy schrijft in zijn boek Persona and Performance over het unieke vermogen van de mens om een rol aan te nemen. Hij stelt: “The functional person is one who can play a wide variety of roles – those that appropriately correspond to a variety of circumstances”. 
Dat aannemen van een rol verloopt langs die weg van projectie  naar identificatie. Landy beschrijft drie posities op die weg: 

  1. Overdistantie. Je bent niet werkelijk betrokken bij de rol. Je hebt er minimaal gevoel bij en een grote mate van rationeel denken, dat je verwijdert van je eigen gevoelens en die van anderen. (Als je zo iemand ziet spelen, zie je vaak diens kritiek op de rol door het spel heen.)
  2. Onderdistantie. Je bent helemaal vereenzelvigd met de rol, je kunt geen onderscheid meer maken tussen de rol en jezelf. Er is een overvloed aan gevoelens die de objectiviteit en het reflectief vermogen overspoelen.
  3. Esthetische distantie. Hierbij is sprake van een balans tussen gevoel en cognitie. Je hebt zowel de beschikking over je gevoel als over je reflecterend vermogen, en je kunt van daaruit de rol vormgeven, zonder er helemaal mee samen te vallen. Dat maakt het ook mogelijk van rol te wisselen als je daarvoor kiest.

Als het aan mij lag, ontwikkelde iedereen het vermogen tot het aannemen van een rol met de esthetische distantie. Het zou ons in staat stellen om zowel ons eigen perspectief te relativeren als om ons maximaal te verbinden met het perspectief van een ander. 
Ik denk dat onze wereld het nodig heeft. Dat we het van elkaar nodig hebben zodat het leven de moeite waard blijft

Recommended Articles